plaatselijke regels
- “Buiten de baan” is gemarkeerd met witte palen. Langs de holes 6/15, 7/16 en 8/17 wordt “buiten de baan” gemarkeerd door het hekwerk, waarbij de grenslijn wordt bepaald door de baanzijde van het hekwerk op grondhoogte. Alle gesloten poorten die aan dit hekwerk zijn bevestigd, maken deel uit van het de Buiten de baan-markering. Ontwijken van zo’n poort op grond van regel 15.2 of 16.1 is NIET toegestaan. Maar een open poort wordt niet behandeld als onderdeel van de Buiten de baan-markering en mag worden gesloten of naar een andere positie worden verplaatst.”
- “Provisionele bal voor bal in hindernis” Als een speler nabij de afslag van Hole 4/13 niet weet of zijn bal in de rode hindernis ligt, mag de speler een provisionele bal spelen volgens R-18.3 en daarmee een van de volgende ontwijkopties toepassen: slag en afstand, recht naar achteren ontwijken of zijwaarts ontwijken.
- “Grond in bewerking” gedefinieerd door elk gebied dat is omgeven door blauwe palen met groene kop of witte lijnen en een paal met groene kop, is een verboden speelzone. Bij een belemmering door deze verboden speelzone is de speler verplicht deze zonder straf te ontwijken volgens Regel 16-1f.”
- “Status kunstmatig aangebrachte objecten in bunkers” De kunstmatig versterkte randen van de bunkers zijn integrale delen van de baan. De trap bij de bunker op hole 8/17 is een vast obstakel en mag ontweken worden volgens R-16.1.
- “Oefenen voor een wedstrijd”. Een speler mag vóór en tussen wedstrijdronden oefenen op de baan. Het beoefenen van chippen en putten is uitsluitend op de oefengreens toegestaan. Bij het oefenen op de baan mogen spelers op de baan niet worden gehinderd.
- “Plaatsen” Als de bal van een speler in het algemene gebied gemaaid op fairwayhoogte of lager ligt, mag de speler zonder strafslag éénmaal zijn oorspronkelijke bal of een andere bal schoonmaken en plaatsen binnen 15 centimeter van het referentiepunt, de plek waar de oorspronkelijke bal lag, maar niet dichter bij de hole, volgens de procedures genoemd in R -14.2b(2) en R-14.2e.
Tijdelijke plaatselijke regel (alléén in de periode 1 november – 30 april)
Gedragsregel
Het hekwerk langs de holes 6/15, 7/16 en 8/ dat “buiten de baan” markeert dient nimmer te worden overschreden.
(BIJ OVERTREDING KAN ONTZEGGING VAN TOEGANG TOT DE BAAN VOLGEN)
gedragsregels
- Conform de geldende COVID-19 regels is het horeca gedeelte van het clubhuis uitsluitend toegankelijk met een geldige QR-code. Toiletten, douches en kleedkamers zijn vrij toegankelijk. Het afhalen van consumpties bij de bar is mogelijk via de aangegeven looproute.
- Alle vormen van roken zijn verboden.
- Er zijn gratis lockers in de kleedkamers voor gebruik tijdens de ronde.
- Alleen leden mogen achter de bar komen, voor het verlaten van de baan de rekening betalen via de kassa met PIN betaling.
- Golftassen en -karren niet op het terras of de paden parkeren.
- Geen hoofdbedekking in het clubhuis.
- Voer geen telefoongesprekken die als hinderlijk ervaren kunnen worden.
Oefenen is toegestaan in het gebied naast hole 9. Er is geen driving range maar wel twee slagkooien. Ook mag je vanuit dit gebied ballen naar de helikopterheuvel (tussen hole 8 en 9) slaan. Je moet wel je eigen ballen gebruiken en ze zelf ophalen. Het oefengebied bestaat verder uit een putting green, een chipping green en een oefenbunker.
Kleding dient schoon te zijn en er verzorgd uit te zien.
- Een shirt of blouse hoort met een kraag (voor heren ook met van mouwen) en zonder grote tekst of afbeelding.
- Schoenen mogen de baan niet kunnen beschadigen.
- Korte broeken mogen niet korter zijn dan tot ongeveer vijftien cm boven de knie.
Het onderhoud van de baan wordt volledig verzorgd door vrijwilligers, leden van de club. Baanzorg is daarom een zaak van alle gebruikers van de baan, iedereen dient zijn steentje bij te dragen.
De meest belangrijke zaken waar tijdens uw spel aandacht voor wordt gevraagd zijn:
- het terugleggen van divots – leg de plag netjes terug en stamp deze goed aan.
- het aanharken van bunkers – niet alleen de voetstappen van u zelf maar ook andere achtergebleven oneffenheden.
- het repareren van pitchmarks op de green – ook de niet-gerepareerde marks van andere spelers.
- niet met karren te rijden over de voorgreen of tussen green en greenside bunker.
Daarnaast vragen we aandacht voor onze greenkeepers als ze aan het werk zijn tijdens uw ronde.
- De greenkeepers die in de baan aan het werk zijn hebben altijd voorrang.
- Wanneer de greenkeepers binnen het speelbereik zijn, dient de speler te wachten met het slaan totdat de greenkeepers hiervoor een teken hebben gegeven.
- Om het spel en de uit te voeren baanwerkzaamheden zo goed mogelijk samen te doen gaan, houden de greenkeepers ook rekening met de spelers. Dit betekent dat zoveel mogelijk tegen de route van de baan in gemaaid zal worden, dus te beginnen met hole 9, daarna 8 etc.
- Met het maaien van een green kan niet worden gestopt. De green dient in zijn geheel in één keer te worden gemaaid. Bij het maaien is de vlag uit de hole verwijderd. Wacht met verder spelen totdat de vlag teruggezet is en de greenkeeper op veilige afstand is.

